Spoorlijn Leeuwarden – Sneek – Stavoren a.k.a “de Zuidwesthoek Spoorlijn”
De Spoorlijn Leeuwarden – Stavoren is door de overheid aangelegd als onderdeel van de derde staatsaanleg van spoorwegen in Nederland. De spoorlijn, die Leeuwarden met Stavoren verbindt, is tussen 1883 en 1885 in gebruik genomen. Hoewel het destijds een belangrijke nationale verbinding was, maakt het tegenwoordig deel uit van de Noordelijke Nevenlijnen.

De spoorlijn werd aangelegd om een aantal plaatsen in de Friese Zuidwesthoek te ontsluiten maar de belangrijkste reden was echter de aansluiting op de veerdienst Enkhuizen – Stavoren. Deze vaarverbinding werd op 15 juli 1886, gelijktijdig met de spoorlijn Zaandam – Enkhuizen, in gebruik genomen. Hiermee ontstond er een nieuwe reismogelijkheid tussen Leeuwarden en Amsterdam. Het enige probleem was dat de spoorlijn tussen Leeuwarden en Stavoren net als de meeste Staatslijnen werd geëxploiteerd door de Staatsspoorwegen en de spoorlijn aan de overzijde van de toenmalige Zuiderzee door de HIJSM. In 1890 werd de exploitatie op verschillende spoorlijnen opnieuw verdeeld en kreeg de HIJSM ook de exploitatie op de spoorlijn Leeuwarden – Stavoren toebedeeld. Hiermee zette de maatschappij voor het eerst voet op Friese grond. De aansluiting op de veerdiensten kon hierna worden verbeterd en de verbinding vormde goede concurrentie met de verbinding van de SS via de Centraal spoorweg. De veerdienst werd in 1899 ook geschikt gemaakt voor het vervoer van goederenwagens. Door het grote succes van de verbinding werden vanaf 1909 maar liefst drie veerponten voor goederenvervoer ingezet. Ook het reizigersvervoer vond uiteindelijk plaats met drie schepen. Door de opening van de Afsluitdijk verdween het belang van de verbinding in de jaren dertig snel. Het goederenvervoer met de veerponten werd op 1 april 1936 beëindigd. De veerponten voor reizigers bleven varen maar werden niet langer door de NS zelf geëxploiteerd. De spoorlijn Leeuwarden – Stavoren werd een regionale zijlijn.
Stations
In Leeuwarden wordt gebruikgemaakt van het bestaande station dat gebouwd is aan de staatslijnen A en B. Sneek en Workum krijgen bij de opening van de spoorlijn grote stationsgebouwen. Beide stations vertonen veel gelijkenissen met elkaar. Gezien de functie van een overstapstation en het belang van de spoorlijn krijgt Stavoren een zéér groot stationsgebouw aangemeten.

Een golf van veranderingen
In de jaren ’60 en ’70 wordt een groot aantal emplacementen vereenvoudigd en vervangt de NS een groot aantal oude stationsgebouwen. De oude gebouwen zijn door hun omvang en staat van onderhoud vaak te duur geworden, daarnaast zijn de gebouwen vaak niet meer efficiënt te gebruiken. De spoorlijn Leeuwarden – Stavoren wordt hierbij grondig gezuiverd. In 1973 worden de stationsgebouwen van Workum, Hindeloopen en Stavoren gesloopt. Ook het nieuwe stationsgebouw van Koudum-Molkwerum ontkomt niet aan de slopershamer. In tegenstelling tot veel andere stations verschijnt, behalve een verwarmde abri geen vervangende nieuwbouw op de vrijgekomen locaties. De voormalige stationsgebouwen van Mantgum en Oudega worden ook in ditzelfde jaar gesloopt waarop Mantgum toch weer snel als station werd heropend. In Sneek wordt dat jaar de nieuwe voorstadshalte Sneek Noord geopend. In 1985 wordt IJlst opnieuw in het spoorboekje opgenomen. De halte ligt een paar honderd meter ten noorden van de locatie van het oude station waarvan het gebouw in 1954 is afgebroken.

De Dienstregeling
Nadat het belang van de veerdienst in de jaren ’30 verdween, werd de spoorlijn Leeuwarden – Stavoren van nationale hoofdlijn gedegradeerd een regionale zijlijn. De treindienst over het Friese platteland stelde voortaan nog maar weinig voor. Lange tijd werd tussen Leeuwarden en Sneek in een uurdienst gereden. Een groot deel van de treinen reed ook door naar Stavoren. Vanaf de invoer van de consequente dienstregeling bij Spoorslag ’70 werd tussen Leeuwarden en Stavoren in een uurdienst gereden. In de spits reden een aantal extra treinen tussen Leeuwarden en Sneek. Na de (her)opening van de stations Mantgum en Sneek Noord wordt een halfuursdienst tussen Leeuwarden en Sneek ingevoerd. Hierbij werd eenmaal per uur doorgereden naar Stavoren. De pendeltreinen tussen Leeuwarden en Sneek rijden vanaf mei 1977 niet meer op zondag. Vanaf 1999 neemt NoordNed het stokje van de NS over wat in 2003 nog eens door het Moederbedrijf Arriva werd gedaan. Vanaf 13 december 2010 rijden er op maandag t/m vrijdag tussen Leeuwarden en Sneek drie treinen per uur. Hiervoor is station station Sneek Noord voorzien van dubbel spoor en is er aldaar tevens een nieuwe spoorwegovergang geplaatst.

Materieel inzet
Op de regionale spoorlijnen rondom Leeuwarden vindt lange tijd voornamelijk spoorvervoer met stoomtractie plaats. Pas in 1954 wordt ook tussen Leeuwarden en Stavoren het Diesel Elektrische stroomlijnmaterieel geïntroduceerd. Op de verbinding komen vanaf dat jaar de DE 1 motorrijtuigen en DE 2 treinstellen te rijden. Dit type materieel is beter bekend als “Blauwe Engel.” Door dreiging van sluiting van de lijn Leeuwarden-Stavoren komt de NS al snel met de oplossing voor de relatief dure exploitatie van de onrendabele Noordelijke Nevenlijnen. De Wadlopers worden eind zeventigerjaren ontwikkeld. Deze motorrijtuigen en treinstellen nemen begin 1983 de treindienst tussen Leeuwarden en Stavoren over. Ook na de overname van de exploitatie door NoordNed en Arriva blijven de Wadlopers op de verbinding rijden. Vanaf 2007 zet Arriva de nieuwe Lightrail treinstellen van de fabrikant Stadler in op de spoorlijn: de “Spurt”
Plannen voor een Stoomtrein
In 2003 word de SSF (Stoom Stichting Friesland) opgericht waaruit de De Friese Stoomtrein Maatschappij (FStM) voortvloeit. Deze FStM had het plan om vanaf 2012 met een toeristische stoomtrein te gaan rijden tussen Sneek en Stavoren. Door structurele opschortingen voor het rijden met een Stoomtrein (wat veroorzaakt werd o.a. door het ongeluk met een werktrein te Stavoren in 2010 werden de regels voor gebruikers op het spoor aangescherpt) was dit avontuur slechts van korte duur, omdat dit ook zou gaan gelden voor het rijden met de Stoomtrein tussen Sneek-Stavoren. Dit leidde voor de FStM onverwachts tot onvoorziene extra kosten. De FStM had mede door o.a. het wanbeleid binnen de organisatie, het geld niet direct meer voorhanden had liggen. Dit leidde uiteindelijk tot een failliet verklaring op 2 November 2011.

Plannen her-opbouwen station Stavoren
Door Ballast Nedam zou een nieuw station (in historische stijl) ontwikkeld worden, met daarbij diverse toeristische voorzieningen zoals een cruiseterminal, hotel, VVV, winkel, e.d. Dit zou aansluiten bij een nog te realiseren (her)ontwikkeling van het stationsgebied te Stavoren (© 2012 – 2013 ZKA Consultants & Planners Breda.) Tot op de dag van vandaag zijn alle plannen niet verder gekomen dan het opstellen van een rapport (incluis een architecten tekening) bij dit bedrijf. Volgens diverse bronnen zou alles nog aanwezig zijn, maar na het wilde avontuur met de FStM, is de Provincie Friesland een stuk terughoudender geworden. Wellicht zijn de plannen hierdoor in de ijskast beland / gebleven…??